Tocht

Een slome slok.

Het leven dat door je keel glijdt
in een vreemd bed. Daarrond, een erehaag
als laatste stand van zaken. Zij zit

aan je zij. Haar parfum neemt je mee
naar toen alles nog moest beginnen.
Aders op haar handen gezwollen

met ingeslikte tranen. Ze voelt warm
als de onschuld van je kleinkinderen
in deze schurende stilte. Ik hoor het

tochten in jou. Het kille wachten
op een laatste adem.