Hij zet de pot met bloemen op zijn graf
“Bart De Wever” staat op de zerk geschreven
Na veertien tien ging het met hem bergaf
Want Patrick is op ’t Schoon Verdiep gebleven
Na een interview kleurde hij plots rood
Een dieetpil was ergens blijven steken
Zijn ogen rolden weg richting de dood
Als obese Bart was hij niet bezweken
De linkse macht geeft bakfietsbobo’s moed
‘’t Stad is van ied’reen!” blijven ze scanderen
A samenzang verdringt het rechts geschreeuw
De Koekenstad brengt hem een laatste groet
Patrick trekt zijn mondhoeken naar beneden
De Strangers brullen mee de Vlaamse Leeuw