Afgelopen zomer was ik op een feestje waar ik weinig volk kende. Als introvert is dat altijd een beproeving. Ik praat namelijk niet graag over koetjes en kalfjes. Het is een mix van onkunde en onwil, om eerlijk te zijn. Daarom heb ik in de loop der jaren een strategie ontwikkeld die eruit bestaat vragen te stellen. Dat kost mij weinig moeite omdat ik in het algemeen geïnteresseerd ben in mensen. Als ik vragen stel, is het dus niet om de stilte te doorbreken. Ik heb geen probleem met woordeloze momenten, maar mijn gesprekspartners dikwijls wel. Die beginnen dan over koetjes en kalfjes.
Zo begon ik op dat feestje een gesprek met een oudere man omdat we plots en heel toevallig naast elkaar stonden. Hij was heel extravert, dat zag ik al toen hij op het feestje toekwam, en daar is zeker niets mis mee. De man begroette de mensen met flair, deelde plaagstootjes uit en hij kon heel goed lachen met zijn eigen moppen. Aan die man vroeg ik waar hij zich professioneel met bezighoudt. Wat volgde was een verheerlijking van zijn eigen persoon, waarin ik meer info kreeg dan vroeg. Zo’n kwartier ging het over het bedrijf dat hij van de ondergang heeft gered, de moeilijke keuzes waar hij als CEO voor stond, de creativiteit die hij in zijn functie aan de dag moest leggen en blablablabla. Jaja, ik had te maken met een patser.
Je hebt patsers in alle maten en gewichten. Daarmee vertel ik niks nieuws. Maar er zijn een aantal zaken dat mij opvallen. Ten eerste: patsers zijn vaak zo hard met zichzelf bezig dat ze geen interesse tonen. Tenzij ze denken dat ze je kunnen overtroeven: een bedrijfswagen, het aantal jogkilometers, verantwoordelijkheden, connecties … Maakt niet uit wat, elk gesprek lijkt op een strijdveld voor de patser. Ten tweede: patsers hebben vaak een gebrek aan zelfrelativering. Je mag best trots zijn op jezelf, maar de zon straalt niet uit je hol. De geldingsdrang die daarmee gepaard gaat, vind ik ronduit vermoeiend. Ten derde: heel wat patsers kunnen het niet laten om meningen te spuien. Hoe harder en cassanter, hoe liever. Kijk maar eens naar de modder waarmee populistische politici op sociale media smijten. Ze vuren vaak een mening af zonder grondige kennis van zaken. Maakt hen allemaal niets uit. Ze willen gewoon likes, shares, clicks en een likkebaardende achterban.
De patser staat in schril contrast met mezelf. Ik blaas nooit hoog van mijn toren, omdat ik dat snel ervaar als aanstellerij. En ik vorm traag een mening. Hoe beter geïnformeerd ik ben, hoe makkelijker ik die opinie zal verkondigen. Maar ik benijd de gevatheid van sommige opscheppers. Om maar te zeggen dat het vaak je tegenpolen zijn die je beperkingen blootleggen. Ook dat verklaart waarschijnlijk waarom die patsers vaak in mijn allergiezone zitten. Dit gezegd zijnde, ik vind ze wél interessante fictieve personages. Misschien moet ik eens een verhaal schrijven over koetjes en kalfjes met een haantje in de hoofdrol. Een fabel dus, ja, dat lijkt me wel wat.