Het zat zo: nadat de laatste bal geslagen werd, liepen tennissers naar het net om elkaar de hand te schudden. Nadien kreeg de stoelscheidsrechter een bezwete pol van beide spelers. Toen kwam dat gemene virus. De tenniswereld lag stil als een verloren tennisbal in een of andere beek en na zo’n half jaar werd er weer gespeeld. De etiquette op het veld veranderde. Er werden geen handjes meer geschud maar rackets werden gekruist als degens. De scheidsrechter moest het voortaan doen met een knik, een opgestoken hand of een tik met het racket op de tip van zijn of haar schoen.
Vier (of vijf of zes?) coronagolven later mogen de spelers elkaar weer sportieve handshakes geven en elkaar in de armen vliegen als de match is afgelopen. Maar met de scheidsrechters is iets merkwaardigs aan de -euhm- hand. Je hebt spelers die als vanouds weer hun hand uitsteken, tennissers die een vuistje geven, luiaards die even knikken en – als ze het kunnen opbrengen – een flauw handje opsteken en klojo’s die de chair umpire geen blik waardig gunnen na de match. Meestal gaat het dan over de verliezer van de wedstrijd, wat had je gedacht.
Dat gebrek aan respect is stuitend. Een scheidsrechter negeren werd amper twee jaar geleden vaak op boe-geroep onthaald. En terecht. Het was iets dat opviel. Tegenwoordig lijkt het publiek daar niet meer van op te kijken. Dat respectloos gedrag brengt mij bij het volgende punt: woede-uitbarstingen van spelers gericht naar scheidsrechters. De uitval van John – chalk flew up! – McEnroe op Wimbledon is bekend, en onlangs zag ik de verbale waanzin van Daniil Medvedev tijdens de halve finale van de Australian Open. Of wat dacht je van Nick Kyrgios die een flesje drank richting scheidsrechtersstoel flikkerde en dan doodleuk vertelde dat het flesje uit zijn hand glipte. Entertainend? Zeg maar kinderachtig. In elke werksituatie (buiten de topsport) zou dit gedrag als problematisch worden beschouwd.
Wat mij keer op keer opvalt, is de kalmte die de scheidsrechters bewaren. Krijgen ze daar coaching voor? Ik vrees van niet, maar ik ben geen insider. Ik wacht eerlijk gezegd op het moment dat zo’n umpire na de zoveelste vernedering over de rooie gaat. Dat-ie zo’n toptennisser zijn vet geeft. Geen handjes die vanuit de hoge scheidsrechtersstoel tot kalmte aanmanen. Nee nee, gezwind uit die stoel springen, met een rood aangelopen kop briesend naar de speler stappen, zijn flesje water wegtrappen en eens goed zijn gedacht zeggen. Zou zijn (of haar) scheidsrechterscarrière in dat geval afgelopen zijn?
Een toptennisser krijgt een boete die hij na pakweg een weekje (of twee) tennissen bijeen heeft gespaard. En je moet al meerdere waarschuwingen hebben gekregen of een aanslag op iemand plegen om van het veld te worden gestuurd. Denk aan Novak Djokovic die uit frustratie een bal wegkeilde die ongelukkig een lijnrechter raakte in de hals, Dennis Shapovalov die op dezelfde manier de stoelscheidsrechter een blauw oog mepte en David Nalbandian die tegen een paneel trapte waardoor het been van een verbouwereerde lijnrechter begon te bloeden.
Gelukkig heb je nog toppers als Federer, Nadal en vele anderen die dergelijke fratsen niet nodig hebben. Zij laten hun racket spreken. Want bij een love game als tennis horen geen vuile woorden, hooguit gekreun. Zal ik anders een balletje opgooien? Ik roep internationale tennisfederaties en toptennissers op om hun leden en collega’s te wijzen op het belang van respect voor scheidsrechters, lijnrechters en ballenjongens en -meisjes.
Dat betekent volgens mij ook dat de beboeting moet herbekeken worden. Ik weet niet welke regels gelden, maar met een gemiddelde geldboete ga je top 100-spelers niet tot inzicht brengen. Opteren we beter voor een schorsing of een verlies van rankingpunten? Daar mogen experten (in samenspraak met de spelersraad) zich over buigen. Laten we vooral voorkomen in plaats van genezen, beste toppers. Toon respect en wijs je onbeschofte collega’s op hun voorbeeldrol. Zullen we dat bezegelen met een handdruk?
