Animal encounter

Soms beland je in een scène waarvan je weet dat je kinderen het zich nog lang zullen herinneren.

Neem nu zondag één september. Het was middernacht. Moe maar voldaan kwam ik thuis van het optreden van Amenra in het OLT. Ik doe mij sneakers uit en hoor mijn vrouw fluisteren: ‘Schattie, er zit een beest vast in het zolderluik.’ Ze fluistert zo luid dat ze evengoed niet had kunnen fluisteren. ‘Een beest?’, antwoord ik, waarna ik voorzichtig de trap opwandel met mijn blik strak op het luik gericht. ‘Shiiiiiiit … Wadisdavooriet!?’, reageer ik op het ondefinieerbare wezen. Mijn vrouw haalt haar schouders op en zegt dat ik het moet wegdoen. Dat is nu eenmaal het lot van de man in huis. Die moet ongewenste, ondefinieerbare wezens verwijderen. Ondertussen plakt onze zoon aan haar been. Hij voelt de spanning waarin zijn ouders zich hebben gewenteld. Om mezelf uitstel te geven van deze penibele taak, zeg ik dat ik even ‘grote insecten in België’ ga googelen. Wie weet herken ik het beest in de afbeeldingen die Google mij voorschotelt. Kennis heeft iets geruststellends, vind ik. Terwijl ik de insecten met afschuw bekijk, hoor ik plots gegil. Het beest heeft zich losgemaakt. ‘EEN VLEERMUIS!’, krijst mijn vrouw. Geen insect dus, maar een zoogdier. Het diertje vliegt de kamer van mijn dochter in die haar oogjes net had geopend door de paniek in huis en plots een vleermuis boven haar ziet fladderen. Nog meer gegil. Vrouw, zoon en dochter verschansen zich in onze slaapkamer. Ik ben ondertussen naar mijn zoon zijn kamer geglipt. Van daaruit kan ik de vleermuis gadeslaan. Ik roep naar mijn vrouw: ‘IK GA EVEN GOOGELEN WAT JE MOET DOEN ALS ER EEN VLEERMUIS IN HUIS ZIT.’ Mijn vrouw doet hetzelfde. Oké, we weten snel wat ons te doen staat: het licht in de kamer waar de vleermuis zit, aansteken en in een donkere kamer het raam openzetten. Na mezelf moed in te spreken, schiet ik in actie. Door de spleet van de deur zie ik de vleermuis schichtig fladderen in mijn dochter haar kamer. Ik spurt naar de badkamer en smijt de deur achter me dicht. Daar open ik het raam en doe ik het licht uit. Ik spurt terug naar de veilige basis, de kamer van mijn zoon, om op adem te komen. Mijn vrouw roept dat ik niet te lang moet talmen want er zou een tweede vleermuis binnen kunnen vliegen. Als een ninja sluip ik naar de kamer des onheils. De vleermuis fladdert op ooghoogte, dus instinctief ga ik diep door de benen. Ik passeer onze slaapkamer en door de deurspleet zie ik de ogen van mijn vrouw. Zij en onze kinderen giechelen omwille van mijn rare gedrag. Ik voel me tamelijk belachelijk, dat moet gezegd. Ik slaag erin om het licht aan te steken in de vleermuiskamer en spurt naar mijn gezin. Vrouw en kinderen liggen ondertussen in een deuk. Enkele minuten later lijkt de kust veilig, maar niemand heeft de vleermuis naar buiten zien vliegen. Mijn vrouw – die ondertussen een hoofddoek heeft gemaakt van een roze sjaal ter bescherming van haar haren voor een potentieel klauwende vleermuis – en ik sluipen samen naar de vleermuiskamer. We speuren het plafond af maar er hangt niets. Ook achter deuren en kasten is geen vleermuis te vinden. Missie volbracht. Ondertussen is het kwart na één.

Enkele dagen later in de klas zit mijn zoon in een kring. De juf vraagt aan de kinderen of ze deze zomer spannende dingen hebben meegemaakt. Mijn zoon vat het als volgt samen: ‘Er zat een vleermuis binnen en mijn papa vluchtte naar het toilet.’ Los van het feit dat dit een flagrante leugen is, vergat hij erbij te vermelden dat ik die vleermuis heb bevrijd! Eigenlijk ben ik de held van het verhaal. Ook al is het maar een pantoffelheld.

De hoofdrol

Er was eens een wc-rol genaamd Scotty die de hoofdrol wou spelen in een schijtfilm. Het was niet de eerste keer dat hij zich voor zo’n film kandidaat stelde. Maar voorlopig bleef de doorbraak uit. ‘Er zit een geurtje aan de selectieprocedure.’, had hij eens gezegd tegen zijn agent. Door alle afwijzingen die hij te verduren kreeg, was hij van pure miserie fel vermagerd. Laagje per laagje verloor hij aan zelfvertrouwen. Gelukkig had Scotty een dikke huid, anders had hij de filmindustrie al jaren geleden ingeruild voor een supermarktketen, waar hij waarschijnlijk wél op het bovenste schap zou liggen. Maar Scotty was een volhouder met een missie: de Golden Drop winnen als beste wc-rol in een film. Hij wilde beroemde konten vegen zoals zijn illustere voorgangers die onvergetelijke rollen speelden in geweldige schijtfilms als Dumb & Dumber, American Pie, There’s Something About Mary en The Big Lebowski (waar wc-rol Lotus speciaal voor zijn rol vel over karton was). Maar je moet klein durven beginnen, dacht Scotty, die niet te beroerd was om een rol aan te nemen in een b-film. Uiteindelijk had hij meer kans dat er in de undergroundscene een schijtfilm zou gemaakt worden. Scotty had wel een probleem in zijn queeste naar eeuwige roem. Zijn vel was bedrukt met hartjes en hij geurde naar roosjes. De filmindustrie – en de meeste acteurs en actrices – waren meer te vinden voor geurloze, onbedrukte toiletrollen. Toch leek het Scotty een kwestie van tijd eer een superster een wc-rol zoals hij op zijn of haar wishlist zou zetten. En dan was hij vertrokken. Zijn uniciteit in de filmbusiness zou zijn sterkte blijken. Daar was hij heilig van overtuigd. Hij werd beloond voor zijn geduld en vastberadenheid toen zijn agent op een druilerige dag in Los Angeles heugelijk nieuws had.

‘Scotty!’
‘Ja?’
‘Je mag meedoen aan de audities van de nieuwste Bondfilm!’
‘Shit! Serieus?’
‘Yep, het zou een geweldige schijtfilm zijn.’
‘Wow. Speelt Daniel Craig nog steeds James Bond?’
‘Yep. Er komen gouden tijden aan makker. We worden morgen op de set verwacht.’

Scotty voelde zich gelukkiger dan ooit. Hij blonk zijn hartjes op en spoot nog wat rozengeur op zijn zachte huid. The smell of success, dacht hij. Hij voelde tot in het diepst van zijn vezels dat hij op het punt stond beroemd te worden. Hij keek naar de badkamerkast en wist exact waar hij de Golden Drop zou zetten. Vierentwintig uur later hing hij aan een gouden hanger in een fancy hotelkamer toen James Bond op de pot ging zitten. Scotty voelde geen camera’s op hem gericht, maar hij was allang blij dat hij hier mocht hangen. En hij hing hoe hij het liefst hing, rollend met de wijzers van de klok. Dit was zonder twijfel het spannendste moment uit zijn leven. Toen de regisseur ‘Actie!’ riep, begon Bond zijn gevoeg te doen. Scotty zag hem even schudden met zijn gespierde poep en dacht: shaken, not stirred. De superster begon te rollen aan Scotty en nam maar liefst vijf blaadjes die hij op elkaar vouwde. Met mijn vel moet twee volstaan, wist Scotty, maar hij had al opgevangen dat filmsterren graag leven in overdaad. ‘Cut!’, riep de regisseur. En dus werd een nieuwe take opgenomen, met dat verschil natuurlijk dat Daniel Craig nu deed alsof hij moest kakken. Weer nam hij vijf velletjes. En dat voor een poep die al proper is! Scotty voelde zich verkwist. En zo ging het door, cut na cut, tot er van Scotty niets meer overbleef dan een lege rol. En zo voelde hij zich ook. Hij werd door de propsmaster in een vuilbak gesmeten waar hij terechtkwam tussen een hoop andere mislukte wc-rollen. Er hing een schrale rozengeur van gemiste kansen. Nu restte Scotty en de andere wc-rollen niets meer dan wachten tot ze vermalen zouden worden in een papierverwerkingsbedrijf.

Na een slapeloze nacht waarin hij woelde en rolde, ging plots het deksel van de vuilbak open. Hij zag een man speuren die duidelijk naar iets specifiek op zoek was. Op zijn T-shirt stond cleaning services geschreven. Hij haalde de vuilniszak uit de bak, plofte hem neer en haalde er dan met zijn blauwe, doorschijnende handschoentjes de ene na de andere wc-rol uit. Scotty en zijn lotgenoten werden overgeladen in een kleiner plastic zakje dat vervolgens werd dichtgeknoopt. Hij was op van de stress. Wat stond er hem te gebeuren? Toen hij even later in een bestelwagen zat, kon hij alleen maar raden waar hij samen met de andere toiletrollen gedumpt zou worden. Na een uurtje schoof de deur van de bestelwagen open waardoor Scotty plots verblind werd door het felle zonlicht. Hij hoorde in de verte twee kindjes ‘Daddy! Daddy!’ roepen. De oudste van de twee meisjes ritste het zakje uit de man zijn handen, liep ermee naar de woonkamer en scheurde het gretig open. Scotty en de andere rollen tuimelden op de vloer. Grijpgrage handjes namen Scotty mee naar een kindertafeltje, waar hij tussen verfborstels en ander knutselgerei terechtkwam. Vrijwel meteen werd hij onder handen genomen voor een complete, ongewilde make-over. Ook enkele andere rollen ondergingen een wonderbaarlijke metamorfose. Toen het jongste meisje Scotty trots de lucht in stak om aan haar vader te tonen, zag hij in de spiegel van de woonkamer dat hij de Superman onder de wc-rollen was geworden. Met de S van Scotty op zijn buik geschilderd! Hij kreeg een plaatsje op de wandkast tussen enkele andere rollen, maar hij was dé ster. Hij had zijn hoofdrol te pakken en hij leefde nog lang en gelukkig.*

*tot de hond des huizes hem te pakken kreeg, in het toilet dropte en de poetsman besloot Scotty door te spoelen.

 

Schermafbeelding 2019-09-13 om 08.22.42