Drie weken #blijfinuwkot

Ik zit nu drie weken in mijn kot met vrouw en kinderen en we stellen het nog steeds opperbest. Zoon en dochter vliegen elkaar weleens in de haren maar dat was voor Corona niet anders. Neen, eigenlijk gedragen ze zich voortreffelijk. De verveling is nog niet toegeslagen. Dat heb ik dus nog niet als drogreden kunnen inroepen om een pingpongtafel aan te schaffen. Maar ik wacht geduldig mijn kans af. We zijn nog niet halverwege.

Ik vind het fijn om zo veel tijd met mijn gezin door te brengen. Of tenminste, ik vind het fijn dat mijn huisgenoten zo nabij zijn. Want ik moet werken, net zoals mijn vrouw. Ik maak wat tijd voor ze vrij in de voormiddag, als de koffie doorloopt, we lunchen samen en in de namiddag snij ik (of Annelies) voor iedereen fruit. Tegen zes uur klap ik mijn laptop toe.

Ik ben dankbaar. Voor de zon waardoor mijn werkplek ‘s ochtends baadt in het zonlicht, voor de vogels die fluiten, voor de kinderen die op de achtergrond giechelend kampen bouwen, voor de geur van warm eten die het einde van de werkdag aankondigt.

Ik draag al drie weken geen lange broeken meer. Shorts zijn veel aangenamer, zelfs als de buitentemperatuur amper tien graden bedraagt. Sokken draag ik alleen als ik ga joggen. Ik zie er verwilderd uit, maar dat is eerder luiheid dan lockdown. En ik heb uitslag op mijn handen van het vele wassen.

In juli hebben we een maand ouderschapsverlof in de agenda staan. Daarvan zouden we drie weken in Frankrijk doorbrengen. Ik kruis mijn geïrriteerde vingers dat die plannen mogen doorgaan.