Love game

Wij zetten onze lijnen uit
in de vorm van een tennisveld
de verwachtingen zijn
gespannen als een net
strak, maar buigzaam.

Wij spreken af
nooit hard te zullen spelen
altijd met gevoel
willen wij mekaar raken

en blijven flirten
met de fouten die we maken
tot het spel van de tijd
onze lijnen vervaagt.

Atelier Boshoek

Een gure oostenwind schudt aan de wilg naast het open raam van Ludo’s atelier. De oprit kleurt goud met herfstbladeren en er dwarrelt een blaadje binnen. Ludo duwt zijn sigaret uit in de overvolle asbak. Het is kwart voor zeven ‘s avonds en er draait een plaat van The Smiths. Het is de laatste elpee die hij ooit heeft gekocht. Met gekruiste armen aanschouwt hij vanop afstand een half afgewerkt portret. Hij dwingt zijn ogen tot spleetjes en stapt ernaartoe. Bij elke pas kraakt de plankenvloer, net als zijn gemoed. Hij kantelt zijn hoofd schuin, klakt met zijn tong. Een diepe zucht volgt. De schaduw klopt niet helemaal. Het is altijd iets. Hij kijkt naar de ingelijste vakantiefoto die tegen een lege verfpot leunt. Na meer dan dertig jaar tussen verf en borstels ziet de fotokader er nog steeds onberispelijk uit. Ludo’s ogen glijden naar de muur achter de schildersezel. Daar hangen zestien geschilderde versies van de foto, in twee rijen van acht portretten. Het zijn z’n favorieten uit honderden pogingen. Op geen enkel doek is de glimlach van zijn tienjarige zoon zo zorgeloos als op de foto. Geen enkel portret benadert de vreugde van die prachtige zomerdag in 1986. En toch zal Ludo zijn zoons gezicht blijven strelen met penselen. Hij zet de platenspeler uit in het midden van de song There’s a light that never goes out. Morgen, op Allerheiligen, zal het misschien eindelijk lukken.

Klateraartje

In een andere kamer hoor ik je
woorden klateren als douchewater.
Ik weet niet wat je vertelt.
Daarvoor is je uitbundigheid te groot
voor de deurspleet tussen ons.

De zon breekt door de ochtend en het raam.
Ze wijst naar je handjes die kleven
aan de glazen douchewand.
De badkamer vult zicht met stoom
en een warmte die alleen een vader kan ervaren.
Ik zet de kraan af zodat je sporen niet vervagen.

Ik zie hoe de nacht
van mijn lijf naar de douchegoot loopt
maar jij mag nog jaren blijven klateren
lieve vierjarige.

Voor mijn dochter, Suzanne.

Luciferbenen

In het najaar werpt de zon weer langere schaduwen uit. Ik kijk ernaar en zie een uitgelopen versie van de realiteit. Glazen worden vazen, tuinhuisjes worden vuurtorens, zanglijsters worden roofvogels en kinderen worden reuzen, met vingers die de horizon willen strelen. Ze krijgen eindeloze luciferbenen die de breekbaarheid van hun jonge jaren insinueren. Ik kijk ook naar mijn eigen uitgerekte schaduw. Het is een schim van mezelf die geen emoties prijsgeeft. Het is een donkere vlek waarin ik soms in mezelf wil keren. Het is een vertrouwd silhouet dat ik uit dit moment wil knippen om te bewaren voor de rest van mijn leven.