Michelina

Je gekruiste armen houden je hier gevangen. 
Je kijkt de schilder aan, hij ziet je gedachten 
vallen buiten het doek.

Met de kleur die hij van je lippen streelt
vult hij de achtergrond van je portret.

Een haarspeld volgt de krulling 
van je zwartromeinse lokken, losjes 
wat nog net in bedwang gehouden wordt.

Wie heeft deze jurk gekozen, Michelina? 
Je huid blinkt gaaf, onaangeroerd haast
is wat je echtgenoot ervan maakt. 


Léon Philippet, Michelina Gismondi (1876)

Foto genomen in museum La Boverie (Luik)

Vriendschap

Ik loop een beetje achter met mijn blogberichten. Dit gedicht schreef ik naar aanleiding van de Poëzieweek. Het thema was … vriendschap. Ik bracht het gedicht in primeur tijdens een optreden in Roeselare, dat werd georganiseerd door dichterscollectief Obsidiaan. Het werd een fijne zondagnamiddag.

Wat maakt een gedicht goed?

Ik kreeg van Meander Poëzie 300 woorden om een antwoord op deze vraag te formuleren. Ik ben nummer 69. Je leest de antwoorden van alle dichters hier.

Mijn bijdrage staat ook hieronder.

“Mijn antwoord op deze vraag zal elke dag andere nuances bevatten. Er valt veel te vertellen over poëzie en het laatste woord zal nooit gezegd zijn. Soms weet ik niet waarom ik een gedicht goed vind, maar voel ik het wel. Dat komt omdat het gedicht voor mij betekenis krijgt, zonder dat ik alles per se begrijp. Dat is de mystieke kracht van poëzie. Dezelfde woorden zorgen voor een individuele interpretatie, waardoor de betekenis voor eenieder uniek wordt.

Ik houd van gedichten waarin ik mezelf, anderen of de maatschappij herken. Dergelijke poëzie wordt goed wanneer het alledaagse wordt overstegen door o.a. de originaliteit van de beelden, bijzondere sfeerschepping of verrassende associaties. De verzen brengen mij van de wereld zoals hij is naar hoe hij zou kunnen zijn.

Ook taalplezier kan mij in een gedicht trekken, maar mooischrijverij volstaat niet omdat ik dan vaak spankracht mis. Welke gedachten stuwen de woorden? Wat heeft de dichter(es) mij te vertellen? Wat broeit er onder de mooie beelden? Goede poëzie laat mij anders kijken naar de dingen, vandaar ook de potentiële kracht van poëzie in het maatschappelijk debat.

Ik kan ook genieten van poëzie die vertrekt van een sterk idee. Zo’n gedichten waarvan je zegt: “Slim bedacht!” Dat kan een verrassend perspectief zijn, een wat-als scenario, economisch vakjargon dat plots poëzie wordt, een andere drager dan de bundel … Conceptuele insteken kunnen heel verfrissend zijn zolang ze geen opzichtige spielerei worden.

Ik mag 300 woorden gebruiken, dus over de vorm hebben we het graag een andere keer.  Dan maak ik u en mezelf weer iets anders wijs. Want hoeveel woorden we ook wijden aan poëzie, een gedicht moet je boven alles raken. Is het ontroering, een glimlach, een inzicht? Het is alleszins hyper individueel. Dat is hoe ik het aanvoel. Het is geen oordeel.”

Tram 15 (II)

Deze man is een stoel voor zijn rugzak.
Kaarsrecht onderweg en toch – 
dat iemand hem weer aansteken mag. 

Op mij moet hij niet rekenen. 
Zijn knieën kleven samen. Niemand wil 
in stukken vallen op een tram 
waar de ruimte ontbreekt 

voor drama. In zijn mondhoek hangt 
de bui die vanochtend werd voorspeld. 

De rugzak staat bekend 
voor een levenslange garantie.
Wie hem dragen moet staat op
kraken als het likje ijs op een plas.

Het meisje naast hem tekent 
met haar vinger op het vensterglas. 
Onze adem is haar palet, 
geen zucht blijft onbenut.

My own summer of ‘97

Around The Fur van Deftones is 25 jaar oud. Het album sloeg bij mij in als een bom en ik beluister het nog geregeld als ik in de auto zit. Alleen weliswaar, want mijn huisgenoten lusten het niet. Deftones vraagt de fans op sociale media of ze herinneringen hebben aan de plaat. Het zal wel zijn, ik kan zelfs een intens geluksgevoel oproepen met Around The Fur als soundtrack. Het was mei of juni en ik fietste in een zachte namiddagzon van het zwembad van Mortsel naar huis langs de (toen levensgevaarlijke) Krijgsbaan. Ik gloeide na. Ik had namelijk voor het eerst gezoend met Elisabeth uit Aartselaar. Het was de tweede keer dat we hadden afgesproken. Wat ik mij nog herinner van de zwembaddate, is hoe we in de jacuzzi steeds dichter bij elkaar kropen; een voorzichtige aanraking onder de hete bubbels, mijn arm om haar smalle taille en dan een innige tongzoen. Geen idee of er nog mensen in het bubbelbad zaten. Dat is bijzaak wanneer puberhormonen door je lijf gieren. My Own Summer is dé hit van het album. Ik weet niet waarover de tekst gaat, maar telkens ik de song hoor denk ik terug aan de zomer van ‘97 en aan die ene namiddag. Het was meteen ook de laatste kus met Elisabeth. Ik heb ze nadien nog gebeld maar nooit meer gezien.

Tram 15 (I)

Terwijl ik de tijd dood 

zijn haar vingers hem te snel af. 
Lange nagels kleuren bloed en zwart 
afhankelijk van hoe het licht valt. 

Slaafs volgen duimen gedachten 
die staan te drummen in volzinnen
om in letters en woordsuggesties 
te verschijnen op haar scherm. 

Wat zet haar taal in gang?
De tram kreunt onder het gewicht
van alle vermoedens aan boord.

We duiken ondergronds. 
Haar lippen keren inwaarts,
haar hand gaat naar haar mond,
ogen wenden zich naar hun reflectie.

Voor het zwijgen 
dat op barsten staat
bedenk ik een emoji.